Quantcast
Channel: Hoeksche Waard
Viewing all 405 articles
Browse latest View live

Mijnsheerenland

$
0
0

Mijnsheerenland was een zelfstandige gemeente t/m 1983 en Mijnsheerenland is het enige dorp in de Hoeksche Waard dat niet aan een dijk is gebouwd. Onder het dorp Mijnsheerenland valt ook de buurtschap Maasdijk.

Na de Sint-Elisabethsvloed werd het voormalig land van Schobbe en Everocken in 1437-1438 herbedijkt door ridder Lodewijk Praet van Moerkerken. Men spreekt dan ook wel van het “Mijnsheerenland van Moerkerken”. De herkomst van de naam is niet religieus, maar geeft de feitelijke situatie weer, namelijk het land van Heer Praet van Moerkerken.

Recente ontwikkelingen
De komende jaren wordt een nieuw dorpshart in Mijnsheerenland gerealiseerd. Het plan begon in 2008 met de wens om de inwoners van Mijnsheerenland een levendig en vitaal dorpshart te geven met ruimte voor een combinatie van wonen, werken en leven in een karaktervolle omgeving. Het nieuwe dorpshart omvat een nieuwe sportaccommodatie, een multifunctionele accommodatie (MFA) inclusief aangrenzend woonzorgcentrum (WWZ) van in totaal 8445 m2, 1600m2 commercieel vastgoed en 187 woningen.

Bekende zaken in Mijnsheerenland:

Hof van Moerkerken

Hof van Moerkerken



Zuiddiepbos

$
0
0

Het Zuiddiepbos is te vinden ten oosten van Puttershoek. Vanuit het dorp via het Simonsdijkje zijn er aan de linkerzijde verschillende toegangspaden.

Op aanwijzing van collega Dennis kon er een eendenkooi worden aangetroffen.

Zuiddiepbos Simonsdijkje Puttershoek

Zuiddiepbos Simonsdijkje Puttershoek

In het Zuiddiepbos liggen twee uitzichtpunten. Dichtbij Puttershoek een uitzichtpunt met uitzicht op de Oude Maas.
Aan de oostkant een hooggelegen punt met uitzicht op het totale gebied.

 


Persbericht: Monumentale boerderij in Strijen afgebrand

$
0
0

Een woonboerderij en een aangrenzende schuur aan de Zuid-Kavelsedijk zijn afgelopen nacht verwoest door een grote uitslaande brand.

De brand brak maandagnacht rond 04.00 uit in de schuur van de woonboerderij in Strijen. De brandweer schaalde snel op naar een ‘grote brand’ maar kon niet voorkomen dat de schuur en de woning verwoest werden.18022013 brand Strijen
In de schuur lag hooi en stro opgeslagen. De brandweer wist de nabij gelegen stallen te behouden en de dieren die zich er bevonden in veiligheid te brengen. De brand ging gepaard met veel rookontwikkeling. Er werden meetploegen ingezet voor metingen in de omgeving. Bij de brand is volgens de brandweer asbest vrijgekomen. Onderzocht wordt nog waar de asbest precies is terechtgekomen.

Diverse omwonenden, onder meer aan de Oud-Bonavenurasedijk, meldden vanmorgen stukjes materiaal aangetroffen te hebben op het erf en in de tuin. De Omgevingsdienst en de brandweer hebben dit inmiddels onderzocht en geconstateerd dat het stukjes riet zijn. Het riet is afkomstig van het dak van de schuur. Deze kunnen zonder problemen zelf worden opgeruimd.

Bij de brand vielen geen gewonden. De brandweer gaf rond zes uur maandagochtend het sein ‘brand meester’ en is nog enige tijd aan het nablussen. Burgemeester Aart-Jan Moerkerke heeft zich inmiddels ter plaatse op de hoogte gesteld van de dramatische brand.

Ook de elf paarden, die bij de boerderij hoorden, zijn in veiligheid gebracht.

De brand ontstond rond drie uur in de schuur, waarin veel hooi en stro lag opgeslagen. Het vuur sloeg daarna over naar het dak van het woonhuis.

Bij de brand is asbest vrijgekomen, maar dit heeft zich volgens de milieudienst niet verspreid.


Generatie blauw

$
0
0

Het boek met deze titel konden de collega’s in ontvangst nemen. Een uitgave voor en door de medewerkers van de politiekorpsen Rotterdam-Rijnmond en Zuid-Holland-Zuid. Deze korpsen vormen vanaf 1 januari 2013 de regionale eenheid Rotterdam van de Nationale Politie.

20130214 Generatie blauw

Generatie Blauw is een boek over de passie en pijn van het politiewerk. Het boek is rauw, echt en oprecht.

Het boek is opgedeeld in 4 generaties, die allen op hun eigen manier naar het werk kijken. Gezien de omvang ben je wel even zoet met dit boek.


Reinier Koster, verdwenen kind uit 1900

$
0
0

In Het Nieuwsblad gewijd aan de belangen van de Hoeksche Waard stond op 4 juli 1900:
‘s-Gravendeel, 3 Juli 1900. Sinds gisteravond wordt alhier vermist een 5-jarig kind van J. Koster, wonende langs de haven in de nabijheid van het veer. Alle pogingen die zijn aangewend om de kleine terug te vinden zijn tot heden vruchteloos gebleven; men vermoedt dan ook dat het kind ongemerkt te water geraakt is en verdronken.

Over hetzelfde verdwenen kind schreef Burgemeester Roodenburg Vermaat de volgende brief, die te vinden is in het brievenboek in het gemeentearchief van ‘s-Gravendeel, aan de rijkspolitie:

03-07-1900
…Voorts wordt sedert gisteravond omstreeks 9 ure vermist een jongetje van 5 jaren, genaamd Reinier Koster, alhier woonachtig, zoontje van Jacob Koster en Neeltje van Waardenburg.
Hij is gekleed met grijs petje, blauw dasje, bruin kieltje, zwart broekje, blauwe kousjes, schoeisel klompen. Men vreest dat het kind in de rivier “De Kil” verdronken is. Bij het vinden of ontdekken van bedoelde persoon wordt oogenblikkelijk bericht verzocht.”

Een dag later schreef de burgemeester een brief aan de Officier van Justitie in Dordrecht.
“Aan de Officier van Justitie van Dordrecht.
Bij dezen bericht ik UEd.Achtbare dat sedert 2 Juli j.l. des avonds omstreeks 9 ure alhier vermist wordt een jongetje van 5 jaren, genaamd Reinier Koster, zoon van Jacob Koster en Neeltje van Waardenburg, beiden wonende in deze gemeente. Men vermoedt dat het kind verdronken is in de rivier “De Kil”.
De burgemeesters van de gemeenten in de omtrek zijn door mij aangeschreven en in het opsporingsgedeelte van het politieblad zal de bekendmaking opgenomen worden.”

De vijfjarige Reinier Koster was dus op 2 juli 1900 spoorloos verdwenen. Zijn ouders hebben lang, tevergeefs, naar hem gezocht. Ook buren en familieleden zochten mee, vooral langs de kanten van de Kil. Als hij verdronken was, dacht men, zou hij toch wel een keer ergens aanspoelen. Maar er spoelde geen kinderlijkje aan.

Allerlei gissingen werden er gedaan. De meest voorkomende was dat de zigeuners hem hadden meegenomen. Er was immers een woonwagen met zigeuners in het dorp geweest en er ook weer uit verdwenen. Van zigeuners kon je alles verwachten, dacht men. Naspeuringen brachten echter niets op.

Er werd daarna gefluisterd, dat de joden hem zouden hebben vermoord om te gebruiken bij de bereiding van hun matses. Bijgelovige buurtbewoners gingen gewapend met schoppen naar het erf van de joodse synagoge en begonnen daar in de grond te graven , er vast van overtuigd de stoffelijke resten van het vijfjarig kind te vinden.

De burgemeester schudde zijn hoofd om zoveel bijgeloof en gaf de politie opdracht om die mensen van het erf van de joodse slager, waar zich de synagoge bevond, weg te jagen. Hij had al eerder gehoord dat er in Europa ongelooflijke verhalen de ronde deden over kinderbloed dat door joden zou gebruiken worden bij hun paasrituelen. Hij kon zich eigenlijk niet voorstellen dat die vertelsels tot in ‘s-Gravendeel reikten.
Omdat het graven verboden werd, bleef het dorpspraatje bestaan dat de joden er iets mee te maken zouden hebben. Het kind werd niet gevonden.

In februari 1912 kwam er een jongen in het Zeeuwse Sint-Maartensdijk aanlopen. De jongen werd door de veldwachter daar aangehouden en ondervraagd. In eerste instantie begreep de veldwachter niet waar de jongen vandaan kwam en wat hij daar deed. De jongen sprak maar weinig en zei steeds: “Ik weet nie”. Wat hij zei klonk Vlaams. Na lang vragen dacht de veldwachter dat hij te maken had met een kind dat van een woonwagengemeenschap was weggevlucht.

In de kranten verscheen het volgende bericht: “In Sint-Maartensdijk is een kleine jongen komen aanlopen, die noch zijn eigen naam, noch die van zijn ouders weet te noemen. ‘t Kind moet uit België komen, aan zijn dialect te horen. Hij is van zijn ouders, die met een woonwagen reizen, afgedwaald en heeft al bedelende en zwervende Sint-Maartensdijk bereikt.”

De burgemeester van dit dorp trok zich het lot van de knaap aan. Hij zorgde ervoor, dat overal werd bekend gemaakt, dat een kleine zwerver zich in zijn gemeente bevond. Overal kwamen affiches te hangen. Hij zorgde er ook voor dat de jongen van kleding werd voorzien, want het lijfgoed dat hij aanhad, waren zijn enige kledingsstukken.

In die tijd meerde een ‘s-Gravendeelse schipper in de haven van Sint-Maartensdjk aan. Deze schipper kende de familie Koster goed en maakte hen opmerkzaam op de aanwezigheid van het kind in Zeeland. Het zou Reinier kunnen zijn. Hij zou immers door zigeuners kunnen zijn ontvoerd!
Een zwager en een zoon van Jacob Koster, dus een broer van Reinier, gingen naar Sint-Maartensdijk om het kind te identificeren. Ze zagen de jongen, maar waren er niet helemaal zeker van dat dit Reinier was. Het kind was in twaalf jaar wel heel erg veranderd en bovendien sprak hij geen ‘s-Gravendeels, maar Vlaams.

Later ging een andere oom naar Sint-Maartensdijk. Hij was zekerder van zijn zaak: Ja hoor, dit moest Reinier wel zijn. Tenslotte gingen ook pa en ma Koster op weg naar Sint-Maartensdijk, om hun zoon in de armen te sluiten.

Moeder Neeltje zei onmiddellijk: “Dit is onze Reinier, kijk maar naar het litteken boven zijn linkeroog”. Ze probeerden het kind zijn vroegere naam, Reinier, te laten zeggen, maar hij sprak die heel vreemd uit. Hij kende die naam niet eens meer. Hij wist alleen dat hij de laatste tijd altijd August werd genoemd. Dat kon natuurlijk, vanaf zijn vijfde jaar had hij een andere naam gedragen. Jacob en Neeltje Koster namen het kind mee naar ‘s-Gravendeel. Op maandagavond laat kwamen zij met hem thuis.

Hij herkende het dorp en het huis op de Boven Havendijk niet. Dat zou wel komen omdat het inmiddels al donker was, dachten Jacob en Neeltje. Hun huis was maar klein en de jongen moest bij zijn broers, die hij niet kende, slapen.

Natuurlijk kwam de volgende dag iedereen op bezoek om Reinier eens goed te bekijken. Buren en bekenden zeiden dat ze Reinier nog herkenden.

Toch was niet iedereen overtuigd dat dit Reinier was. Hij was voor zijn leeftijd klein en slecht ontwikkeld. Volgens de berekening moest hij 17 jaar oud zijn, maar men zou hem niet ouder dan 13 schatten.
Bovendien leek het dat hij nooit naar school was geweest, want lezen en schrijven scheen hij niet geleerd te hebben. Maar ja, als hij echt bij zigeuners was opgevoed, was dat ook weer te verklaren. Hij sprak erg onduidelijk, was maar met moeite te verstaan, maar ja, dat was ook te verklaren. Hij was immers opgevoed door vreemden.

Dokter Vetten, de huisarts van de familie Koster, onderzocht de jongen. De burgemeester vroeg hem bevestiging van het vermoeden dat hij Reinier was. Dokter Vetten kon dat natuurlijk niet echt vaststellen, want in 1900 was hij nog niet op het dorp, dus had hij het kind nooit eerder gezien, maar hij kon toch wel enige belangrijke zaken melden:

Het kind had, evenals Reinier een litteken boven zijn linker oog in de wenkbrauw. Aan de plaats van pokkenlittekens maakte hij op dat hij door dokter Bossers was ingeënt. Het gebit van het kind was zover ontwikkeld dat hij kind op ruim 15 jaar schatte. Dit kind zou Reinier inderdaad kunnen zijn.

De meeste mensen gingen er vanuit dat Reinier wel snel zou wennen en geleidelijk aan zijn herinneringen terug zou krijgen. Helaas bleef dit uit, alles leek nieuw voor hem.

“Aan de burgemeester van St. Maartensdijk.
Naar aanleiding van Uw schrijven van 7 dezer A.n 35 heb ik de eer U mede te delen dat de ouders Jacob Koster en Neeltje van Waardenburg maandagavond te omstreeks 11 uur met hun zoontje zijn gearriveerd.
Zij en vele anderen beweren beslist dat het hun zoon is, die sedert 10 jaar vermist werd. Namens de ouders zeg ik U vriendelijk dank voor de liefderijke verpleging van genoemde jongen. Beleefd verzoek ik U echter mij wel te willen mededelen of door U de zaak ter onderzoek in handen van de Justitie is gesteld.”

Burgemeester Roodenburg Vermaat schreef op 14 februari 1912 deze bedankbrief aan zijn collega van Sint-Maartensdijk.

Moeder Koster zei dat ze zich daar geen zorgen om maakte, dat de herinneringen vanzelf weer terug zouden komen. Ze was al zo blij dat ze haar zoon na zoveel jaren weer terug had.

Reinier zelf echter deed helemaal niet opgelucht dat hij zijn familie weer terug had. Het leek alsof hij het nog niet helemaal kon bevatten.
Er bleven mensen twijfelen aan de identiteit van de jongen. Zij zeiden: “Echte zekerheid dat dit Reinier is, hebben we niet gekregen.”
Op woensdag kwam de zoon van de burgemeester van Sint-Maartensdijk naar ‘s-Gravendeel. Hij kwam met de mededeling, dat de ouders van een vermiste jongen uit de Belgische plaats Beveren, nabij Antwerpen, op zoek waren naar hun zoon, die weggelopen was. Zij meenden aan de hand van de krantenartikelen te kunnen zeggen dat deze jongen hun zoon was.
We kunnen niet anders dan afwachten, zeiden de ‘s-Gravendelers.

Op donderdagmorgen kwam de commissaris van politie uit Beveren naar ‘s-Gravendeel om een onderzoek in te stellen. Het eerste wat hij deed was naar het gemeentehuis gaan aan de Zuid Voorstraat om met burgemeester Roodenburg Vermaat over de gevonden jongen te praten. De burgemeester stuurde de bode om Reinier Koster met zijn ouders ter secretarie te laten komen.

De commissaris bekeek het kind en ondervroeg hem en constateerde, dat de jongen sterke gelijkenis vertoonde met de 12-jarige August Janssens, die ongeveer een maand geleden van zijn ouders te Beveren was weggelopen. Was het niet zijn uiterlijk dat klare taal sprak, zijn taal kwam geheel overeen met het dialect dat in Beveren werd gesproken.

Toch kon hij niet bewijzen, dat dit kind August was. Daarom moest er een nader onderzoek gedaan worden wie de rechthebbende op het kind zou zijn.

Er zou onderzoek gedaan worden naar de herkomst van zijn kleding. De kleren die hij droeg waren echter uit Nederland afkomstig. Dat klopte, zei de jongen, want die had hij van de burgemeester van Sint Maartensdijk gekregen. Daarom schreef Burgemeester Roodenburg Vermaat op 20 februari een brief aan zijn collega van Sint-Maartensdijk, waarin hij verzocht hem de originele kleding van de jongen op te sturen. Hij was zo aan het twijfelen gebracht over de identiteit van de jongen dat hij vroeg om “kleding van de jongen Koster of Jansen”.

De kleding van de jongen werd doorgestuurd, blijkens de bedankbrief die de burgemeester aan zijn collega in Sint-Maartensdijk stuurde op 22 februari, dus al twee dagen later (wat deed de post het toen snel).
“Bedankt voor de kleding van de zwerveling Koster of Jansen.
De kleding is inmiddels doorgezonden naar de Officier van Justitie te Dordrecht”.

Er waren in die tijd meer vermiste kinderen. Zo was een echtpaar uit Zeist op zoek naar hun 14-jarige zoon die spoorloos was. In de hoop dat August/Reinier hun zoon zou zijn, reisden zij naar ‘s-Gravendeel om daar te ontdekken dat dit kind hun zoon niet was.

Op 21 februari 1912 stond in het Nieuwsblad:
‘s-Gravendeel, 20 Februari.
Zondagmiddag 18 Februari bracht het echtpaar Van der Wiel uit Zeist, wier ongeveer 14-jarige knaap destijds spoorloos is verdwenen, een bezoek aan deze gemeente. In verband met de zaak Koster, wilden zij, ofschoon haast zeker wetende dat de dezer dagen alhier aangebrachte knaap hun kind niet was, zich toch overtuigen van de mogelijkheid of ‘t hun kind soms kon zijn. Het bleek de vermiste jongen uit Zeist niet te zijn.

De kleding werd in het gerechtelijk laboratorium van Dordrecht onderzocht. De uitslag was, dat dit kleren waren die in België werden gedragen. Dit waren de kledingsstukken van August Janssens uit Beveren Waes in België.

Tot het einde toe echter heeft de kleine August meesterlijk gesimuleerd. Zelfs toen er een rechterlijke uitspraak kwam, bleef hij volhouden dat hij zijn naam niet kende.
Tenslotte kwamen zijn ouders over. De confrontatie met hen en andere getuigen uit Beveren Waes bracht al spoedig de waarheid aan het licht. Inmiddels was het echtpaar Koster dusdanig overtuigd, dat het zonder enige reserve de knaap aan de familie Janssens afstond. Met een laatste berichtgeving aan de burgemeester van Sint-Maarstensdijk eindigde dit drama.

bron: Historische Vereniging ‘s-Gravendeel uit jaargang 8, nr. 3, augustus 2002


Griendwerkerskeet

$
0
0

Op de Esscheplaat (nabij Strijensas) werd tot halverwege de jaren zestig van de vorige eeuw griendhout geoogst. Van de wilgentakken werden onder andere zinkstukken gemaakt voor de versterking van rivieroevers. Na 1965 bleek de teelt niet meer rendabel en verwilderden de grienden. De griendkeet staat er gelukkig nog.

Griendkeet Strijensas
(Foto: Martin van der Giesen)

De keet is gemakkelijk te ontdekken wanneer je op de Buitendijk op Strijensas bent ter hoogte van de paalkampeerplaats. Ook bevindt er zich nog een tweede keet, waar ik met wat mooier weer, op aanwijzing van een collega, een bezoekje ga brengen.

Tot 2005 groeiden er nog aardappelen in Oeverlanden Hollands Diep. Maar sinds 2006 behoren de Sasseplaat, Zeehondenplaat, Albert, Pieters en Leendertspolder (voormalige ALP-polder), Hoogezandsche Gorzen en Oosterse Bekade Gorzen tot het Deltanatuurgebied.

In de Oeverlanden Hollands Diep kun je eindeloos van de natuur genieten. Er zijn goede wandelpaden, maar in een groot deel van het gebied kun je ook buiten de paden struinen. Het fietspad langs de Buitendijk maakt onderdeel uit van het fietsroutenetwerk in de Hoeksche Waard. Langs de Buitendijk loopt ook een ruiterpad. De wandelpaden sluiten aan op het langeafstandswandelpad Floris V.

Grienden

Heel bijzonder zijn de doorgeschoten grienden (vochtige akkers waar wilgen worden verbouwd). Op de Esscheplaat staan twee oude griendketen die herinneren aan de periode dat de grienden nog werden gehakt. De grienden zijn na bijna vijftig jaar doorgeschoten tot opgaand wilgenbos met veel dood hout. Voor bosuilen, een havik, grote bonte spechten en boomklevers is het er goed toeven. Het rustigste deel van de Oeverlanden Hollands Diep zijn de Hoogezandsche Gorzen. Dit deel is nog afgesloten voor het publiek, maar vanaf de Buitendijk goed te overzien.

(bron: Staatsbosbeheer) (Kaart)


De Bazuin brengt u alvast in de lentesferen!

$
0
0

Oud-Beijerland – Op zaterdag 16 maart a.s. vindt het voorjaarsconcert van muziekvereniging de Bazuin plaats. Dit jaar staat het traditionele familieconcert in het teken van jonge dirigenten. Leerlingen van groep 7 en 8 van de basisschool én klas 1 en 2 van het voortgezet onderwijs krijgen, net als de bekende Nederlanders in het succesvolle AVRO-televisieprogramma ‘Maestro’, de kans om een echt orkest te dirigeren. Daarom de titel: ‘Junior Maestro’.

Tijdens deze avond geeft bijna de gehele vereniging acte de présence. Presentatrice Petra van Rossum zal uiteraard de hoofdrolspelers van deze avond weer bij u introduceren. Voor de pauze is het podium voor het leerlingenorkest. Een groep van ongeveer 45 enthousiaste leerlingen onder leiding van Lisette Harms. Zij zullen een divers programma verzorgen voor u. Van het rustige ‘Yellow Mountains’ tot het swingende ‘South Rampart Street Parade’. Verder zullen zij de blokfluitleerlingen begeleiden wanneer deze laten horen wat ze in korte tijd al hebben geleerd. Het leerlingenorkest zal u laten horen waarom ze onlangs de winnaar was van het gerenommeerde jeugdfestival in Schoonhoven met maar liefst 93 punten.

bazuin_vjc

Na de pauze zal het harmonieorkest de avond voortzetten. Onder leiding van haar interim dirigent, onze zuiderbuur Hendrik Stinders, zal het grote orkest van de vereniging zorgen voor muzikaal spektakel. Van filmmuziek van ‘The Hobbit’ tot het popnummer “I’m so Excited”, u zult zich niet vervelen. Na de pauze zal het ook tijd worden voor de junior maestro’s. Na voorselecties zullen de laatste drie kandidaten op deze avond de strijd met elkaar aangaan. Een uiterst deskundige jury  zal een uiteindelijke winnaar kiezen en deze maestro zal naar huis gaan met een iPad mini.

De avond zal afgesloten worden door het leerlingenorkest en het harmonieorkest samen te voegen. Inclusief verrassingsinstrumenten zullen zij de avond spetterend afsluiten.

De Bazuin pakt deze avond gigantisch uit om u naast de prachtige klanken van de orkesten visueel te vermaken met een groot videoscherm. Genoeg afwisseling om zowel jong als oud een avondje uit te bezorgen.

Het concert vindt plaats in vrijetijdscentrum ‘De Boogerd’, Hortensiastraat 5 te Oud-Beijerland. Kaarten voor dit concert zijn in de voorverkoop te verkrijgen bij Gastrovino de Hoogheerlijkheid (Veilingpassage 9) of aan de zaal. De deuren van de zaal gaan open om 19.00 uur en om 19.30 uur begint het spektakel.

Voor meer informatie verwijzen wij u graag naar de website www.debazuin.eu.
PR commissie muziekvereniging “De Bazuin” – Oud-Beijerland
info@debazuin.eu


Aan tafel: Restaurant Nonna ‘s-Gravendeel

$
0
0

´Nonna´ is ´no nonsense´. Er hoeft eigenlijk niets uitgelegd te worden. De deur is open, de kaart is duidelijk, de prijs is eerlijk en het contact is oprecht. Nonna zorgt, zoals een zorgzame en liefdevolle oma dat kan.

Nonna is een plek waar je lekker kan eten en drinken. Waar je binnenloopt voor een kop koffie met lekker gebak,  een lekkere lunch, high tea, een ontmoeting, de borrel, een pauze, een goed diner. Eten, drinken en gastvrijheid in een fijne sfeer. Altijd vers, altijd echt, altijd welkom.

Nonna vind je aan het Weegje 3 in ‘s-Gravendeel.

20130111 Nonna

Restaurant Nonna
Weegje 3
3295 CT ‘s-Gravendeel
Tel 078-6731660
E-mail info@nonna.nu


Café “Rust wat”.

$
0
0

Aan de Burgemeester de Zeeuwstraat in Numansdorp zat café “Rust wat”, ook bekend als Bas de Man. Tegenwoordig is er een restaurant in gevestigd.

Café Rust wat

Een bezoeker vertelt….

Vanaf de jaren zeventig was het uitgaan in de weekeinden ook in de Hoeksche Waard in opkomst.

Maasdam Dit begon met het in zaaltjes draaien van plaatjes door een vaste groep mensen.
In Maasdam was dit een vaste avond in de zaal van dorpshuis De Hoogt onder leiding van de heer Kats. Later hebben de volgende eigenaren Cris en Jeanette Peters dit nog voortgezet, maar de concurrentie was groot.
In ‘s-Gravendeel draaide ‘Bright Selection” in het cafe tegenover Garage de Geus en veel klanten trok. Op verzoek van Jan van der Pligt, eigenaar van De Posthoorn is deze groep elke zaterdag gaan draaien wat niet alleen de Hoeksche Waardse jeugd aantrok, maar ook van ver daarbuiten. Voor de kroeg en achter de zaal. Na een aantal jaren is De Posthoorn verhuisd naar de Groeneweg in Puttershoek.
Wie niet van dansen in de disco hield ging naar “Bas de Man” in Numansdorp. Een groot dorpscafe dat in de weekeinde uitpuilde van de jeugd. Als je binnenstapte tussen de twee grote ramen aan weerszijden, had je aan de linkerzijde een lange bar. Deze was wel een meter of zeven lang. Na deze bar had je een lege ruimte en aan de achterzijde werd later nog een kleinere bar aangebouwd. Hier waren ook de toiletten.
Vast gezicht achter de bar was Bas de Man. Een vent waar je niet omheen kon kijken. Lengte richting de twee meter en een buik zo rond als de vaten waar hij het bier uit tapte. Ook behoorde Gerrit Kortus tot het vaste personeel van het café. Gerrit, een vent van meer dan twee meter lang, waar niets te gek voor was.
Ruzie was er weinig, maar soms kwam het voor dat er onenigheid was. Dan was het Bas of Gerrit die je zonder iets te zeggen de kroeg uit smeet. Stond je in de weg had je pech, het was hun beiden er aan gelegen dat er geen spanningen waren onder het publiek. Na de ruzie voor het cafe blijven hangen was er niet bij. Geen probleem voor de mannen om je een stukje verderop te brengen. Duidelijk was dat ze geen gelazer in hun kroeg wilde hebben en de gevolgen waren voor een ieder duidelijk.
Als het druk was, en dat was het vaak, dan was het bijna onmogelijk om van voor naar achter te komen. Je mocht daar best een klein kwartiertje voor uit trekken.
Het was schuiven voor en achter iedereen langs maar je kwam er wel. Als je op iemand zijn tenen stond zei je sorry en liep verder.
Parkeren met de auto was wel een probleem, maar de meerderheid kwam met de brommer. Die kon je gewoon tussen de rijbaan en het fietspad dwars parkeren.
Had je een vriendinnetje opgedaan dan was het wel moeilijk een plekje uitzoeken waar je even de nodige aandacht kon schenken aan elkaar. Een geliefde plek was de jachthaven tegenover het schippershuis. Had je een auto dan ging je naar het strandje bij de Haringvlietbrug, Ook de parkeerplaats achter het “Schippershuis” was een goede locatie.
Opvallend was dat je er vaak dezelfde mensen ontmoette, maar je sprak er nooit af. Je ging naar de Posthoorn om te dansen of naar Bas de Man voor de drukte.
Leo

Zwartsluisje

Persbericht: Onderzoek naar verkeersongeval Oud-Beijerland

$
0
0

Persbericht

Donderdagochtend vond een verkeersongeval plaats op de Rembrandtstraat. Hierbij raakte een 41-jarige man gewond. De politie onderzoekt het voorval.

De 19-jarige automobilist reed vanochtend over de Rembrandtstraat waar ter hoogte van de Bloemaertstraat een wegafzetting stond voor werkzaamheden. Door nog onbekende reden kwam hij in aanraking met de hekken. Het hek viel om en raakte één van de werknemers. Het 41-jarige slachtoffer uit Den Haag had verwondingen aan zijn hoofd en werd met de ambulance overgebracht naar een ziekenhuis in Rotterdam voor behandeling.

De bestuurder van de auto werd aangehouden en overgebracht naar het politiebureau voor verhoor. Hij is inmiddels heengezonden in afwachting van verder onderzoek.


Verzuimende brandblussers brand 1802

$
0
0

In de herfst van het jaar 1802 woedde er een behoorlijke brand in ‘s-Gravendeel. (Helaas heb ik nergens in het gemeentearchief gevonden waar de brand precies heeft plaats gevonden.) Gelukkig was er sinds een twaalftal jaren in het dorp een goede brandspuit, maar de weerbare mannen die via de kerkklok waren bijeengeroepen om te helpen blussen slaagden er niet in de brandende woningen te behouden.

Aart van der Wulp, die van de municipaliteit (zo heette de gemeenteraad tijdens de Franse bezetting) opdracht had gekregen een onderzoek in te stellen naar de bewoonbaarheid van de door brand aangetaste woningen, kwam in het Recht- en Raadhuis om verslag uit te brengen. “Drie woningen zijn onbewoonbaar: Het huis van Jan Kooimans ligt in puin, dat van vrouw Van Ham is helemaal in elkaar gezakt, dat van Pieter le Brun nog niet helemaal, maar zal, zodra erin zal worden gestookt, ook van ellende in elkaar zakken”, gaf hij te kennen. Daarnaast waren er nog een paar andere huizen, waarin de bewoners wel mochten bivakkeren, maar alleen als er niet in gestookt zou worden.

BrandspuitAart had nog iets op te merken. Het had eigenlijk te lang geduurd voor de brandspuit klaar stond om water te geven. “Er zouden eigenlijk een of twee lichte bruggetjes aangeschaft moeten worden die meegenomen kunnen worden en over de sloten gelegd, zodat de spuit sneller bij een brand aan de overzijde van een sloot kan zijn.”

Hij had nog een tweede tip. “De raad zal er goed aan doen een zeil met touwen aan te schaffen.” “Waar is dat nou weer voor nodig?” was de vraag van de leden van de raad. Aart legde uit dat een zeil over een naburig huis, dat nat kon worden gehouden, die woning kon redden.
Nog meer onkosten? In de municipaliteit werd ook al gesproken over de aanschaf van een tweede brandspuit. Met twee brandspuiten zou toekomstig leed kunnen worden voorkomen, meende men.

Zo’n spuit zou zoveel geld kosten, dat de bruggetjes en het zeil nog maar wat moesten wachten. Eerst moest er een nieuwe brandspuit komen.
Om voldoende geld voor een tweede brandspuit bij elkaar te krijgen zouden de gemeenteraadsleden twee aan twee, huis aan huis, met een intekenlijst rond gaan. Daartoe werd het dorp in vijf delen verdeeld, zodat de zeven leden van de raad, alsmede de schout, de secretaris en de bode, ieder een deel voor hun rekening konden nemen.

Leren brandblusemmerOver geld gesproken. Er waren enige ‘s-Gravendeelse mannen die niet direct waren komen blussen na het horen van de kerkklok. Alle weerbare mannen waren dat volgens de brandverordening verplicht. Ze moesten met hun leren emmer “ten spoedigste” aanwezig zijn. Wie zich daaraan niet hield, moest een boete betalen van 30 stuivers.

Na afloop van de brand waren de namen opgeschreven van de mannen die zich hadden gedrukt. Alle opgeschrevenen: Pleun Ritmeester, Jacob Bezemer, Arie Boer en Jan M. Barendregt, kregen een brief met daarin een rekening wegens nalatigheid bij brand: elk 30 stuivers.
Jan Barendregt schreef een brief terug, waarin hij uitlegde dat hij wel degelijk bij het blussen had geholpen. Namen van getuigen kon hij legio noemen. De raad besloot daarom hem de boete kwijt te schelden.

Na verloop van tijd, op 20 november 1802, werd gekeken of de rekeningen inmiddels waren betaald. Nee, Arie Boer en Jacob Bezemer waren nalatig geweest.

Arie was de eerste die door de bode werd opgehaald om voor de municipaliteit te verschijnen. De voorzitter van de raad vroeg hem waarom hij de boete niet had betaald. Arie antwoordde dat hij vond dat 30 stuivers wel heel erg veel was om te betalen, te meer daar hij de boete ten onrechte had gekregen. Hij was zo spoedig mogelijk naar de brand gegaan om te helpen blussen.

De raadsleden vroegen hem wat hij verstond onder “zo spoedig mogelijk” en toen hij duidelijk maakte dat hij zijn werk niet zomaar in de steek had kunnen laten, kreeg hij te horen dat hij dus niet aan de verordening had voldaan. Arie accepteerde zijn ongelijk, betaalde de boete en vertrok.

Daarna moest Jacob Bezemer verschijnen. De voorzitter vroeg hem naar de redenen waarom hij de boete niet had betaald. Daar wist hij niet veel op te zeggen, behalve dan dat, als hij een boete kreeg, ook Jan M. Barendregt beboet zou moeten worden, omdat ook Jan nog een tijdje door was gegaan met zijn werk, en daarna pas was komen helpen blussen. De raadsleden keken elkaar aan. Wie had er nu gelogen, Barendregt of Bezemer. “U kunt erop zweren dat ook Barendregt nalatig is geweest?” vroeg de voorzitter. “Dat kan ik”, gaf Bezemer te kennen.
“Dan zullen wij daar werk van maken”, zei de voorzitter. Gelijke monniken, gelijke kappen, als Barendregt een bekeuring verdient, zal hij die ook krijgen. Jacob Bezemer was gerustgesteld, betaalde zijn boete en vertrok.

De voorzitter van de municipaliteit besloot zelf bij Jan Barendregt navraag te doen. “Waar was u bij de brand van onlangs?” “Aan het blussen”, sprak Jan naar waarheid. “Hebt u zich ten spoedigste naar de brand begeven, zoals de brandkeur voorschrijft?” “Jazeker”, zei Jan, “zo snel ik kon.” De voorzitter kwam terug bij zijn raadsleden en bracht verslag uit.

“Maar Bezemer zegt het toch niet voor niks? Of Barendregt liegt, óf Bezemer.” “We laten hem hier komen, dan horen we het uit zijn eigen mond.” De municipale raad liet Jan Barendregt door de bode voorgeleiden.

“Barendregt, u hebt mij gezegd dat u ten spoedigste naar de brand bent gekomen toen er brandalarm was gegeven”, zei de voorzitter.
“Dat is ook zo”, zei Barendregt. “Nu hoeft u dat niet meer vol te houden, want er zijn getuigen die kunnen verklaren dat u veel later dan de anderen kwam.” “Ja, Jacob Bezemer zeker! Ik had mijn oogst bijna binnen, die kon ik toch niet buiten laten staan. Er was regen op komst.”
“Aha, nu geeft u toch toe dat u niet direct aan de oproep gehoor hebt gegeven. U weet wat de boete is voor niet of te laat komen.” “Dat weet ik”, zei Barendregt. Hij haalde zijn portemonnee tevoorschijn en telde het verlangde geld uit voor de raad.

“En toch is het niet eerlijk”, zei hij, ík krijg een boete en Arij Klijnjan gaat vrijuit.” “Hoezo?”, werd hem gevraagd. “Nou, Arij Klijnjan is net als ik gewoon doorgegaan met zijn werk. Hij is pas gekomen nadat hij het voer vlas opgestoken had.” “Wacht even, als hij het heeft opgestoken, dan moet er ook iemand anders zijn geweest die het vlas op de schelf van hem heeft aangenomen.” “Ja, Jacob Bezemer stond boven op de tas.” Het gevolg was dat de knecht van Jacob Bezemer, Arie Klijnjan, ook beboet werd.
Willem van Ham vervoegde zich bij de municipaliteit met een verzoek. “Heren, bij de grote brand vorige maand is het huisje van mijn moeder verbrand met alles wat er in is. Ik heb haar bij mij in huis genomen, want ze moet toch ergens wonen. Dat kan zo niet langer. Geld om voor haar een ander huis te kopen heb ik niet. Mag ik voor haar collecteren, zodat ik met het bijeengehaalde geld een woninkje voor haar kan bekomen? U hebt Jan Kooimans ook toestemming gegeven om voor zichzelf te collecteren.”

De raad beraadslaagde met elkaar en besloot nog geen besluit te nemen voor bekend was hoeveel schade de brand had veroorzaakt.
Willem schreef alles precies op, het huisje, de kleding, de bedstee, het beddengoed. De raad beraadslaagde nog eens. Moest er voor vrouw Van Ham een uitzondering gemaakt worden? Anderen waren veel meer gedupeerd. Die vrouw kon altijd nog bij haar zoon blijven. Ze kon nog werken, aan haar handen mankeerde niks. Als er voor haar zou worden gecollecteerd, hoeveel meer recht hadden de andere gedupeerden dan wel niet op een collecte. Willem van Ham kreeg te horen dat zijn verzoek was afgewezen. Teleurgesteld verliet hij het Recht- en Raadhuis.

Een jaar na de brand kwam Pierre le Brun ter vergadering. Hij vertelde de raad dat hij zich in een onmogelijke situatie bevond. Zijn huis was vorig jaar na de brand dan wel blijven staan, maar dat was dan ook alles. Het zat vol kieren en reten en het was binnen in zijn huis dus heel koud. Stoken was hem verboden vanwege het brandgevaar. Wat moest hij? Doodvriezen?

Hij vroeg daarom deemoedig of hij permissie kreeg voor zichzelf te collecteren in ‘s-Gravendeel en de omringende dorpen.
De raad overlegde even en gaf hem toen te verstaan dat hij in de eerste plaats verplicht was zich bij zijn eigen kerkgenootschap te vervoegen en daar zijn nood te kennen te geven en de diaconie van zijn kerk, de rooms-katholieke, te vragen om enigerlei ondersteuning. Als hij dat had gedaan, moest hij zich bij schout Pasman vervoegen en hem de beslissing van het kerkgenootschap melden, dan zou daarna gekeken worden wat er gedaan kon worden. Hij kreeg de boodschap mee dat, als hij een ander huisje zou bouwen, dat in een betere staat zou moeten zijn dan zijn huidige woning, want hij zou het hele dorp in gevaar brengen met zijn brandgevaarlijke huis.

Pierre moest de volgende morgen terugkomen, dan zou hij van de secretaris een brief meekrijgen voor zijn eigen kerkgenootschap, de katholieke kerk van Dordrecht, waarin uitgelegd werd dat zijn woning afgebrand was en hij dringend ondersteuning behoefde.
Een paar maanden later kreeg de dorpstimmerman Lodewijk Bongers bezoek van een gezelschap rooms-katholieke Dordtenaren dat zich het lot van Pierre le Brun aantrok.

Zij vroegen Bongers in hoeverre het mogelijk was dat hij een klein huisje voor Le Brun zou bouwen, waaraan zij zouden contribueren.
Bongers bracht dit in de municipaliteit ter sprake. Eigenlijk waren de leden van de raad heel blij met de hulp van de katholieken, maar ze wilden niet te vroeg juichen, want ze wilden wel graag weten waaruit de contributie zou bestaan. Alvorens ze een besluit namen, moest daarover eerst duidelijkheid zijn. Bongers kreeg daarom opdracht te informeren hoeveel het gezelschap zou willen geven.

Helaas houdt hier de berichtgeving op. Ik weet dus niet of Pierre een eigen huisje heeft gekregen. Wel weet ik dat zijn zoon Johannes de achternaam De Bruin is gaan dragen. Hij is lid van de katholieke kerk gebleven.

Bron: Historische Vereniging ‘s-Gravendeel uit jaargang 9, nr. 3, augustus 2003


’t Swarte Schaep

$
0
0

’t Swarte Schaep is een sfeervolle eeuwenoude boerderij gelegen in het meest westelijke deel van de Hoeksche Waard. In Goudswaard is in deze boerderij sinds 30 jaar het Kunst & Ambachtshuis gevestigd, waar Eeke en Leo Bodegom wonen en werken.

Swarte Schaep

Er is een ruim atelier en een grote heemtuin met vijvers voor lessen en cursussen. De galerie omvat schilderkunst, beeldhouwwerk en een weefkamer.

Ook is er nog een leuk winkeltje met veel nostalgische, oude en handgemaakte dingen, kunstkaarten en kunstwerken.

In principe is het Kunst & Ambachtshuis elke 1e zaterdag van de maand geopend en vrij toegankelijk. Wel altijd voor de zekerheid even telefonisch contact opnemen via 0186-691867.

Kunst & Ambachtshuis
Achterweg 2
3267 LG Goudswaard
t 0186 – 691 867
e info@tswarteschaep.nl
w www.tswarteschaep.nl


Heemtuin ‘Hof van Piershil’

$
0
0

Ligging en bereikbaarheid:

De heemtuin ligt achter de kerk in het centrum ter hoogte van de Voorstraat (nr.23) in het dorpje Piershil. De toegang is gratis, maar honden moeten wel even aan de lijn.

Heemtuin ‘Hof van Piershil’ (aangelegd in 1979) werd ontworpen door de befaamde heemtuinpionier Cees Sipkes en door P. Hoek, die de tuin van zo’n 1,5 ha jarenlang heeft beheerd.

Heemtuin Piershil

Vooral klei, maar ook hier en daar zand vormen de ondergrond en op enkele plaatsen werd kalk aangebracht.

De tuin kenmerkt zich als ‘een toegankelijke ruigte van inlandse vegetatie met enkele botanische verrassingen’. Ik heb het niet zelf verzonnen.

In de tuin werd een vijver met moerasgedeelte gegraven, griend aangelegd en een dijktalud opgeworpen.

De graslanden worden als hooilanden beheerd en er is een boomgaard in de Hof aangeplant.

Heemtuin

Op het terrein staat een blokhut, die dienst doet als beheerdersruimte. De heemtuin wordt door vrijwilligers van de vereniging het ‘Hoekschewaards Landschap’ extensief beheerd. Deze vereniging zet zich in voor behoud en verbetering van natuur en landschap in de Hoeksche Waard.
(In Oud Beijerland, Zalmpad 11, heeft de vereniging een natuurbezoekerscentrum: Klein Profijt.)

Faciliteiten:

Groepsrondleidingen zijn na telefonische afspraak mogelijk bij onderstaande contactpersoon.

Bij de ingang van de tuin staat een bord met algemene informatie.

Elk seizoen wordt door het plaatselijke basisonderwijs gebruik gemaakt van de tuin.

Contactpersoon:

M. Verweijen, coördinator, 0186-692144.

Openingstijden:

De tuin is altijd toegankelijk.

Meer info >>


Numansdorp

$
0
0

Numansdorp is gelegen aan het Hollandsch Diep. Per 1 januari 1984 is de gemeente Numansdorp samen met de gemeente Klaaswaal opgegaan in de nieuwe gemeente Cromstrijen.

Numansdorp zag in 1642 het levenslicht. Dit dorp is gebouwd in de Numanspolder (Niemandspolder). De bedijking van deze polder heeft lang op zich laten wachten. Dit was te wijten aan onenigheid tussen de heren van Cromstrijen en de eigenaren van Zuid-Beijerland. Toen de stichting van het dorp in de Numanspolder eenmaal een feit was, werd nog gezocht naar een naam. In de volksmond had het plaatsje inmiddels de naam Buitensluis gekregen, maar een officiële titel was er nog niet.

Watersnoodramp 1953

In de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 werden grote delen van Zeeland, de Zuid-Hollandse eilanden en delen van Noord-Brabant overstroomd. Ook Numansdorp werd door deze watersnood geraakt.

Die nacht vonden 56 inwoners de dood. Numansdorp had met dit aantal het hoogste aantal doden van het hele eiland. De meerderheid van deze doden, 54, vielen op de Ambachtsheerlijkheid Cromstrijen, waar hele huizen en gezinnen waren weggeslagen. Daarnaast verdronken ongeveer 500 paarden, koeien, varkens en veel pluimvee. 136 huizen en boerderijen waren volledig vernield, ongeveer 850 huizen hadden waterschade en meer dan 2.800 inwoners werden geëvacueerd. Daarnaast hadden de akkers ongeveer 14 dagen onder water gestaan. Door het zout dat achterbleef, werd er dat jaar weinig geteeld.

Watersnood Numansdorp deel 3

Nog meer over Numansdorp >>

Bekende zaken in Numansdorp:

  • Politiebureau aan de Bernhardstraat;
  • Ambachtsheerlijkheid;
  • Golfbaan aan de Molendijk;
  • Strandjes bij de Haringvlietbrug;
  • ‘t Schippershuis;
  • Paardenmarkt;
  • Fort Buitensluis


Gouden stoel staat klaar

$
0
0
Het wordt voor de Oranjeverenigingen vanwege de kroning op 30 april ineens een razend druk en spannend jaar. De Oranjevereniging van ‘s-Gravendeel gaat zowel op 27 als op 30 april ‘groot uitpakken’.
's-Gravendeel Kreek Stoel

De troondans en stoelendans kunnen beginnen. Het worden ludieke openingsacties op zaterdag 27 april op de ‘s-Gravendeelse Kreek. De gouden stoel staat alvast klaar.

Men heeft besloten om alle festiviteiten te verdelen over beide dagen. De eerste feestdag wordt georganiseerd op 27 april, de verjaardag van de toekomstige koning. Voorzitter Hessel Visser geeft daarover uitleg in het programmaboekje van de Oranjevereniging: ‘We beginnen die dag om 16.00 uur met een uniek spel; ‘Tokkelen vanaf de kerktoren’. Hierna gaan we weer eens een stoelendans rondom de Kreek houden. Sterker nog, het zal een ‘troondans’ worden. In de jaren 2008 en 2010 hebben wij ook stoelendansen georganiseerd met Koninginnedag en daar waren destijds duizenden belangstellenden bij. We willen dit festijn nu weer organiseren en zo grootst mogelijk’.

Compleet program 30 april

Op de dag van de troonsopvolging heeft men voor de gehele dag een compleet programma gereed staan. Er komt in ‘s-Gravendeel o.a. een groot scherm te staan, zodat men samen de TV-uitzending van de troonswisseling kan volgen. Het Dokter v. d. Bijlplein zal weer een centrale rol krijgen en ook het ‘feestplein’ bij Voorwinden krijgt weer een plaatsje in het programma.
De voorbereiding voor de twee feestdagen is in ‘s-Gravendeel inmiddels al in volle gang. Zo werd afgelopen weekend met vereende krachten de reusachtige gouden stoel ‘te water gelaten’ in de Kreek.


Kettingzaagkunstenaar Anton Klijnsmit

$
0
0

Als kind op de basisschool tekende hij al veel, daar lag de basis voor zijn creatieve instelling.

Het zal zo rond zijn 16e zijn geweest dat hij met een kettingzaag begon te werken en zijn eerste stoeltje en paddestoeltje zaagde.

Anton Klijnsmit

Een paar jaar later kreeg hij een opdracht om een totempaal te zagen en kwam hij in contact met het professionele carven. Vervolgens zaagde hij samen met een collega een beer in het Euromastpark.
Het werd pas echt serieus toen hij in 2007 meedeed met fasnacarving en de 2e prijs won in de amateurklasse.

In 2008 organiseerde Anton een 2 daags carvingevenement in Rotterdam, dat een groot succes werd. Inspiratie haalt hij uit de natuur, het liefst uit “onze natuur” zoals we die tegen kunnen komen in Nederland. Met die natuur worden  ook huisdieren, zoals paarden en honden, bedoeld.

Meer informatie >>


Kookboek ‘Een rondje Hoeksche Waard’

$
0
0
Burgemeester ontvangt eerste HW kookboek

In hun kookboek nemen Leon Verhoeff en Benedikte Mes de lezer mee, in hun oude 2CV, langs 13 lokale producenten van producten uit de Hoeksche Waard. Van groenten en fruit tot vlees, honing en wijn.

Met openhartige interviews, prachtige foto’s en natuurlijk met veel creatieve recepten is ‘Een rondje Hoeksche Waard‘ veel meer dan een kookboek. Het boek nodigt niet alleen uit om achter het fornuis te gaan staan, maar zeker ook om zelf eens de Hoeksche Waard in te gaan, de producenten te bezoeken en met de lekkerste producten thuis te komen.

Een-Rondje-Hoeksche-Waard.-Lekker-koken-met-lokale-producten.-Leon-Verhoeff-en-Benedikte-Mes

Samenwerking met Hoeksche Waardse ondernemers
Door de samenwerking van Verhoeff en Mes met 13 lokale producenten en Drukkerij Van As is ‘Een rondje Hoeksche Waard‘ tot stand gekomen. Met recht een Hoeksche Waards product.

Een rondje Hoeksche Waard‘ is voor slechts € 19,95 te bestellen via deze site en te koop in de diverse boekhandels in de Hoeksche Waard en de VVV in Oud-Beijerland.


Opening Perendijk

$
0
0

De Zuiddijk in Maasdam is omgedoopt tot de Perendijk. Een feestelijk evenement met een serieuze achtergrond.

17042013 Opening PerendijkOm de hoek bestond al de “Appeldijk” (Ritselaarsdijk).

Donderdag 18 april werd de Perendijk toch echt eindelijk geopend, want door de aanhoudende winterkou moest dit uitgesteld worden. De Perendijk werd in samenwerking met de Weerklank en de Vlashoek door middel van het planten van mooie hoogstam perenbomen geopend.

Perendijk

De Perendijk grenst direct aan de Appeldijk en samen zijn ze elk seizoen een bezoekje waard. Wethouder Joosten van gemeente Binnenmaas plantte samen met zeventig basisschoolkinderen de perenbomen aan de Zuiddijk in Maasdam: een knipoog naar de geschiedenis van de Appeldijk.

Nagedachtenis
De oprichtster van de Appeldijk, Bettine Vlasman, heeft vorig jaar samen met Stichting Hoeksche Waards Landschap de Appeldijk geopend om mensen te betrekken bij de natuur. Ze heeft toegewerkt naar de Open Plukdag op 6 oktober 2012 om samen met alle betrokkenen appels te plukken, helaas heeft ze dat niet mogen meemaken door plotseling overlijden. Ter nagedachtenis aan haar werd op 13 maart de Perendijk aangelegd.

Op Facebook is de Appel en Perendijk hier te vinden >>

Bettine Vlasman
Bettine woonde zelf in Westmaas aan de Ritselaarsdijk.

Het project Appeldijk werd door haar opgezet en op 28 april werd de dijk officieel geopend door de burgemeester van gemeente Binnenmaas. De appelbomen werden voorzien van een naambordjes met informatie, op Facebook werden de laatste nieuwtjes van de dijk gedeeld en op 6 oktober stond de Open Plukdag gepland. Er waren voor die dag kraampjes geregeld waarop het Hoeksche Waards Landschap vers sap van de dijk ging persen, er waren demonstraties gepland en iedereen mocht de appels komen plukken. Helaas is op 4 oktober Bettine Vlasman plotseling overleden. Het evenement is doorgegaan als kleinschalig, laatste eerbetoon met als thema ‘Pluk de dag’.

Perendijk
Bettine wilde ook graag een Perendijk aanleggen met de jeugd van Westmaas en dat is inmiddels toch gerealiseerd.

Hulp nodig voor naambordjes
Er is behoefte om bij deze perenbomen naambordjes te plaatsen, zodat mensen geïnformeerd worden over de natuur. Ook kunnen dan de verweerde bordjes van de Appeldijk vervangen voor nieuwe, zodat Bettines werk niet verloren gaat. Er zijn 117 bordjes nodig om elke boom van informatie te voorzien, maar de initiatiefneemster (uit onderstaande video) heeft geen geld om deze bordjes te laten maken. Bettine financierde de kosten voor de Appeldijk. De stichting Hoeksche Waards Landschap heeft helaas geen budget.

Geld
Het gaat om zo’n 117 bordjes en dus een bedrag van ongeveer 750 euro. Volgens mij moet er best een iemand, een bedrijf of een instantie in of buiten de Hoeksche Waard te vinden zijn, die de goede ideeén van Bettine ondersteunen wil en een (deel van) donatie wil doen.

Reactie zijn welkom >>


Veilingpassage Oud-Beijerland

$
0
0
Veilingpassage Oud-Beijerland (3) Veilingpassage Oud-Beijerland (2) Veilingpassage Oud-Beijerland (1)

Tussen de Oost-Voorstraat, het Wilhelminaplein en de Ooststraat bevindt zich de Veilingspassage. Onder het gedeelte tussen de Ooststraat en het Wilhelminaplein is een parkeergarage aangebracht, waarvan de ingang aan de Wilhelminastraat ligt.

Welke bedrijven er gevestigd zijn, is hier te vinden >>


Viewing all 405 articles
Browse latest View live