Quantcast
Channel: Hoeksche Waard
Viewing all 405 articles
Browse latest View live

De tijd staat stil aan de Gatsedijk

$
0
0

Bijna aan het einde van de Gatsedijk, nog net in Maasdam, maar op de grens met Cillaarshoek, zit de kruidenierswinkel van de gebroeders Zilverschoon. Het is een winkel zoals je ze nog maar weinig ziet. Een beetje stoffig, met een klein assortiment en een ouderwetse sfeer. Gabriël en Kleis Zilverschoon begonnen ruim vijftig jaar geleden hun ouders te helpen in de winkel. Inmiddels staan ze bijna 25 jaar zelf aan het roer. Vervelen doet het werk nooit. ,,Doordat je het zo naar je zin hebt, blijf je bij je boel.”

Gabriel en Kleis Zilverschoon

De winkel met de naam A. Zilverschoon & Zn. bestaat al tientallen jaren. Vader Arie werkte er als knecht en nam de zaak in de jaren zestig over van zijn baas. ,,Je kunt wel zeggen dat het een familiebedrijf is,” zegt Gabriël. ,,Mijn vader had er al zo lang gewerkt, die werd echt als familie beschouwd.” In 1971 overleed hun vader, een paar jaar later hun moeder. Sindsdien staan de broers alleen in de zaak.

De winkel staat vol met kratten limonade en bier en kartonnen dozen met voorraden. Aan het plafond hangen verkleurde oude reclameborden. Op de toonbank staan een stokoude kassa, die nog steeds werkt, en een authentieke analoge weegschaal. ,,Die is zuiverder dan de duurste elektronische weegschaal,” weet Gabriël. Op de planken achter de toonbank staan potten Zwitsal crème, pakken vermicelli, dozen spritsen en blikken cacao. Ervoor doosjes aalbessen van eigen teelt. Hier en daar bromt een vlieg. ,,We verkopen het meest suiker, koffie, thee, bier en limonade. Dat gaat prima,” zegt Kleis. De winkel oogt weinig modern. De meeste dingen die er staan, stammen van ver terug. ,,Als je er nieuwe spullen bij zet, zou dat er niet bij staan,” vindt Gabriël. ,,Vroeger had je in ieder dorp een slager, een bakker en een winkelier,” weet Kleis. ,,Nu zijn wij hier in de buurt nog de enige. Dat is het mooiste wat er is.”

Tot de vaste klanten behoren vooral de bewoners uit de buurt. ,,En die van de afgelegen boerderijen,” vult Kleis aan. ,,Sommige mensen ken ik al sinds ik hier als kleine jongen werkte. Daar heb je goed contact mee. Je kent iedereen en maakt met iedereen een praatje. We nemen de tijd voor de mensen en dat vinden ze leuk. En wij ook.” Daarnaast bezoeken ook mensen die in de omgeving van de Gatsedijk op vakantie zijn, de winkel. ,,Die mensen komen uit heel Nederland en vinden onze winkel uniek. Je verdient geen tientallen guldens aan hen, maar die waardering is leuk,” vindt Gabriël.

De klandizie is iets afgenomen sinds de gemeentelijke herindeling in 1984. De gemeentegrenzen verschoven en de grens van Strijen en Maasdam kwam vlakbij de winkel aan de Gatsedijk te liggen. ,,Daarvóór was dit nog tweeëneenhalve kilometer verder Maasdam,” zegt Gabriël. ,,Toen kwamen de mensen terug over de dijk en deden ze onze winkel aan. Nu hoort het gedeelte hiernaast al bij de gemeente Strijen en rijden de mensen die er wonen door naar de winkels in Strijen.”

Constant

Maar verder blijft het aantal klanten volgens de broers in de loop der tijd zo goed als constant. ,,Je bent er altijd voor de mensen,” zegt Kleis. Openingstijden kent de winkel niet. Op doordeweekse dagen en op zaterdag staat de deur bijna altijd open, ook tijdens etenstijd en ‘s avonds. De broers wonen in het huis naast de zaak. ,,Als er ‘s avonds iemand langs komt voor sigaretten, kunnen ze die meenemen. Dat is makkelijk.”

Op zondag trekken de Zilverschoons er graag op uit in een van hun oude Mercedessen, want dat is hun hobby. ,,We hebben er verschillende,” zegt Kleis, terwijl hij een stapeltje verbleekte Polaroids laat zien. Om vakantie geven ze niet en ze nemen dan ook nooit een paar dagen vrijaf. ,,Vakantie interesseert me nog minder dan niks,” zegt Gabriël. ,,Dan zit je een hele week op dezelfde plek, daar is toch niks aan. Ik vind het veel mooier om hier over de dijk te kijken en te zien hoe het landschap verandert gedurende de verschillende jaargetijden.”

Voorlopig zijn de mannen niet van plan met hun winkel te stoppen. ,,Zolang je gezond blijft, kun je veel,” vindt Kleis. ,,We denken er ook niet aan om op een bepaalde leeftijd met de vut te gaan. Als je daarover denkt, heb je geen plezier in je werk.”



Vlagprotocol

$
0
0

Voor wie het niet meer weet, het vlagprotocol.

Ned vlag en wimpelWanneer mag de vlag uit ?
Wist je dat de Nederlandse vlag alleen tussen zonsopgang en zonsondergang gehesen mag worden, tenzij aan beide zijden volledig verlicht. En zo zijn er nog veel meer regels over “correct vlaggen”.

De minister-president heeft op 22 december 1980 een vlaginstructie vastgesteld voor het uitsteken van de vlag vanaf rijksgebouwen. Voor lokale overheden geldt deze vlaginstructie ook. Voor particulieren en private instellingen bestaat een dergelijke instructie niet, maar desgevraagd wordt hen geadviseerd deze vlaginstructie te volgen.

Wanneer de vlag uitsteken en hoe ?
De Nederlandse vlag mag alleen tussen zonsopgang en zonsondergang gehesen worden, tenzij aan beide zijden volledig verlicht. Voor het halfstok hijsen van de vlag wordt de vlag eerst vol gehesen, daarna wordt zij langzaam en statig neergehaald. Bij het neerhalen van een halfstok gehesen vlag wordt deze eerst langzaam en statig vol gehesen en vervolgens op dezelfde wijze neergehaald. De vlag mag de grond niet raken.

Nationale dodenherdenking
Op 4 mei wordt de vlag halfstok gehesen vanaf 18.00 uur tot zonsondergang.

Samen met andere vlaggen
Wanneer de Nederlandse vlag gehesen wordt samen met andere vlaggen, dient de Nederlands vlag een ereplaats in te nemen. De ereplaats is de beste plaats, die afhankelijk van de situatie is: vooraan, midden of links vanuit het (aankomend) publiek gezien.

Vlaggen bij andere gelegenheden
Ook voor andere doeleinden mag de vlag gehesen worden. Bijvoorbeeld bij het behalen van een schooldiploma of het vieren van een jubileum. Tijdens officiële inkomende bezoeken van staatshoofden wordt alleen gevlagd in de plaatsen die worden bezocht. Bij bijzondere gebeurtenissen zoals geboorte, huwelijk en overlijden binnen de Koninklijke familie kan er een speciale regeling afgekondigd worden.

Uitgebreid of beperkt vlaggen ?
Ten aanzien van het uitsteken van de Nederlandse vlag wordt onderscheid gemaakt tussen “uitgebreid vlaggen” en “beperkt vlaggen”. Bij uitgebreid vlaggen (UV) wordt de vlag uitgestoken op alle rijksgebouwen. Bij beperkt vlaggen (BV) alleen op hoofdgebouwen van ministeries, beide Kamers van de Staten-Generaal, Raad van State, het Kabinet van HM de Koningin en de Hoge Raad.

Officiële vlaggendagen
Het uitsteken van de vlag gebeurt op deze dagen. Als de dag op een zondag valt, dan geldt de datum tussen haakjes.

Opvouwen van de vlag
De juist wijze voor het opvouwen van de vlag is: de vlag wordt langs de banen in drieën gevouwen, zodat alleen de rode en de blauwe baan zichtbaar blijven. Dit witte baan is tussen de blauwe en rode baan verscholen. Vervolgens wordt de vlag haaks op de vorige vouwen dubbelgevouwen, met de blauwe baan naar buiten. Dit wordt nogmaals herhaald.

Link: http://www.vlaggen.nl/vlaggenprotocol.html


Zaai: “Kanneginnendag”

$
0
0

Zaai was een Nederlandse serie korte filmpjes over de avonturen van twee meisjes die op het platteland woonden. Ze was te zien in het VPRO-programma Villa Achterwerk. De afleveringen werden geschreven door Paul Groot. De serie liep van 1998 tot 2003.

De verhalen speelden zich voornamelijk af bij een weiland, waar de beste vriendinnen Irma Johanna Iepma (Plien van Bennekom) en Ingrid Mastenbreurtje (Bianca Krijgsman) bijkletsten op een hek. “Postbode Siemen Sietsema” (Joep Onderdelinden) kwam regelmatig langs en zorgde ervoor dat de meisjes zich niet meer verveelden. Andere personages, zoals het meisje Ingeborg, werden ook door Onderlinden gespeeld.

zaai

Kenmerkend voor het programma was het accent van de meisjes. De klank ervan was geïnspireerd op een Fries dialect op Terschelling. Voltooid deelwoorden werden uitgesproken zonder ge- als voorvoegsel. Verder hadden de personages een merkwaardige, wat archaïsche woordkeus, zoals “elektriek” in plaats van “elektriciteit”, “het gevang” in plaats van “de gevangenis” en het gebruik van het woord dus als stopwoord. In de serie kwamen veel zinnetjes voor als: Postbode Siemen, wij vervelen ons wij twee. Dus jij moet wat verzinnenMaar ik heb geen tijd. Ik moet werken, dáárom.

De serie straalde de sfeer van de jaren 50 en 60 uit, wat naar voren kwam in de kleding van de meisjes en de postbode. De meisjes droegen rubberlaarzen aan hun blote benen. Zaai werd opgenomen aan de Nieuwendijk nabij de Zuid-Hollandse dorpen Zuid-Beijerland en Nieuwendijk. Het hek waarop de meisjes zaten en het ‘koeienbad’ waren decorstukken die na de opnames weer werden meegenomen. De scènes uit de aflevering over 4 en 5 mei en de wielrennersscène werden opgenomen bij een bosje aan de andere kant van de dijk. Het rapliedje over de stad werd opgenomen op de veerboot naar Tiengemeten, een paar honderd meter verderop.

De serie liep tot en met 1 januari 2003. Daarna was Postbode Siemen nog wel regelmatig te bewonderen bij Roos en haar Mannen, het presentatieteam van Villa Achterwerk, totdat in juni 2006 ook dit programma werd beëindigd. Plien en Bianca speelden dezelfde karakters uit Zaai ook als cabaretstuk in Biks, dat later op DVD is uitgebracht.

De serie werd in 2007 geparodieerd in het televisieprogramma Koefnoen, waarin Van Bennekom en Krijgsman ook spelen. Hier werden hun typetjes gedaan door Paul Groot (bedenker van de serie), Owen Schumacher en Jeremy Baker.

Bij de uitreiking van de Gouden Televizier-Ring op 22 oktober 2010 kwamen Plien en Bianca nog één keer terug als Irma en Ingrid om de Gouden Stuiver voor het beste kinderprogramma uit te reiken.

Hieronder een aflevering en er zijn er genoeg op YouTube te vinden.


Boek ‘Eeuwenoud Westmaas’

$
0
0

WESTMAAS – Zondag 14 april zijn de eerste exemplaren van het boek ‘Eeuwenoud Westmaas’ overhandigd aan drs. Henk van Etten, wethouder van de gemeente Binnenmaas en geboren en getogen Westmaasser en ds. Marijke van Selm, de nieuwe predikante van de gemeente Nieuwland, die medio dit jaar in Westmaas gaat wonen. De schrijver, Hans Wybenga presenteerde zijn boek zondagmorgen in de historische Dorpskerk na afloop van de kerkdienst.

boek ‘Eeuwenoud Westmaas’

Het boek ‘Eeuwenoud Westmaas’, dat de geschiedenis vertelt van het ontstaan van Westmaas in het algemeen en de mensen die er woonden in het bijzonder, is gereed. Vanaf 15 april zullen de boeken, die bij voorinschrijving zijn besteld, worden geleverd. Van de gelegenheid om vooraf op de boeken in te tekenen is volop gebruik gemaakt. In het dorp Westmaas is het boek door één op de vier huishoudens besteld.

Drie monumenten
In het boek wordt de eeuwenoude geschiedenis van Westmaas verteld aan de hand van de historie van de drie monumenten die de dorpskern staan: de kerk, de molen en de pastorie. Het verhaal gaat over alle kerken die er ooit hebben gestaan en de Dorpskerk die nu nog het silhouet van het dorp beheerst, de molens van vroeger en die van nu en de Pastorie van Mastland, het vroegere domineeshuis dat het dorp in de 19e eeuw nationale faam bezorgde.

Het bijzondere van het nieuwe boek over Westmaas is dat het de historie van het dorp weliswaar weergeeft via de verhalen rond de molen, de kerk en de pastorie, maar dat het daarbij steeds weer terugkomt op het lot en de belevenissen van de mensen die bij deze gebouwen betrokken waren en in hun omgeving leefden.

Nieuw materiaal
“Eeuwenoud Westmaas” gaat vooral over de mensen wier geschiedenis met deze verdwenen en nog bestaande bouwwerken verbonden is. Over de achtereenvolgende ambachtsheren, de geslachten van de molenaars van de Windlust, de Kartuizer monniken die verantwoordelijk waren voor de inpoldering en ontginning van de omgeving, de gevolgen van de Reformatie en de komst van een grote reeks predikanten van de Dorpskerk, een van de eerste kerken die na de Reformatie in Nederland werden gebouwd. Het boek bevat veel feiten- en fotomateriaal dat nog niet eerder is gepubliceerd.

Het boek “Eeuwenoud Westmaas” is nu ook nog te bestellen via het bestel-formulier op de speciale website www.eeuwenoudwestmaas.nl. Het boek kost voor adressen in Nederland € 23,50 (incl. portokosten).


Goidschalxoord

$
0
0

Goidschalxoord is een dijkdorp en ligt tussen Oud-Beijerland en Heinenoord in, waarmee het één aaneengesloten lint van bebouwing vormt. De naam Goidschalxoord ontleent het dorp aan één van de eerste ambachtsheren, Goidschalck Oelm.
Molen Goidschalxoordsedijk 55 Goidschalxoord Grondzeiler (binnenkruier)

Molen Goidschalxoordsedijk 55 Goidschalxoord Grondzeiler (binnenkruier)

Aan de Goidschalxoordsedijk staat de Molen van Goidschalxoord, een korenmolen die na ruim een halve eeuw van verwaarloosd onderhoud ernstig in verval was geraakt. In 2007 begon de volledige restauratie van de molen en het eveneens vervallen molenaarshuis. In 2010 stonden molen en molenaarswoning er weer netjes hersteld bij en op de Nationale Molendag van dat jaar, 8 mei 2010, werd de hernieuwd maalvaardige molen feestelijk heropend.

Bekende zaken in Goidschalkxoord:


Bunkerstation ‘De Wacht’

$
0
0

In de Dordtse Kil lag bunkerstation ‘De Wacht’ een groothandel in minerale olieproducten (geen brandstoffen).

Hollandia2In 1958 omgebouwd tot bunker-winkelschip met als ligplaats De Wacht in ‘s-Gravendeel. In 2004 verkocht aan onbekende eigenaren, die het schip in originele staat wilden ombouwen.

Bijzonderheden:

  • bouwjaar 1904
  • bouwwerf Gebr. Pot
  • 1ste eigenaar Phs.van Ommeren Binnentankvaart BV in Rotterdam
  • vanaf 1958 Gebr. van der Kolk in s-Gravendeel
  • tonnage 619 nton
  • lengte 5050 cm
  • breedte 732 cm
  • diepgang 260 cm

Hollandia


De Hoekse Dolfijn

$
0
0

Hoekse dolfijn bannerAlle zwembaden in de Hoeksche Waard zijn hier te vinden >>.

Een niet zo makkelijk te spotten bad is de Hoeksche Dolfijn aan de Sluisendijk in Heinenoord. Vanaf de openbare weg niet zien, het is gelegen onder een woning.

Hoeksche DolfijnHet zwembad is speciaal bestemd voor bepaalde doelgroepen, dus niet voor “vrij”zwemmen. Bekijk dat maar in het filmpje.

De Hoekse Dolfijn
Sluisendijk 33
3274 BM Heinenoord


De begraafplaats aan de Kerkstraat

$
0
0

In de Kerkstraat bezat de gemeente een dorpsboomgaard met vruchtbomen die jaar op jaar verpacht werd. De pachtsommen kwamen in de gemeentekas.

De boomgaard werd voor 12 gulden per jaar gepacht door ene Uitterlinden. Burgemeester Elshoff verrekende de pachtprijs met werk dat ten behoeve van de gemeente was verricht. Maar de erven Uitterlinden, die de pacht overnamen, betaalden sinds 1831, het jaar dat burgemeester J.H. Heereman burgemeester werd, de pachtsom niet meer. Heereman zag geen kans het pachtgeld te verrekenen door geld in te houden dat de familie Uitterlinden van de gemeente te goed had. Hij maande de familie keer op keer, maar tevergeefs.

Er bestond geen huurcontract. De pacht was dus mondeling afgesproken. Hij kon daarom geen rechtszaak aanspannen om op die manier het geld binnen te krijgen. Hij klaagde erover tegen de gouverneur en vond dat hij de wanbetalers best voor de vierschaar kon laten verschijnen.

In een brief uit september 1838 van burgemeester Heereman blijkt dat er toch op een of andere manier voor de jaren 1831 tot 1833 betaald is, want hij schreef aan de metselaar Pieter Uitterlinden dat hij voor de jaren 1834 tot en met 1838 een bedrag van zestig gulden moest betalen. Hij dreigde hem meteen maar met een rechtszitting als de betaling uitbleef. De gouverneur zal hem hierin gesteund hebben.

266 S deel, 27 september 1839
De zoogenaamde dorpsboomgaard, thans door U in eigendom bezeten wordende, met eene erfpacht ten behoeve der gemeente ‘s Gravendeel groot f 12:00 sjaars belast zijnde, zoo heb ik de eer U te verzoeken voor de voldoening dier erfpacht over 1834, 1835, 1836, 1837 en 1838 tezamen ter zomme van f 60:00 en uitterlijk binnen veertien dagen na dato dezes ten kantore der gemeente­ontvanger te willen zorgdragen, dewijl ik anders, hoe ongaarne ook, mij in de onaangename verpligting gebragt zal zien U tot voldoening daarvan door middelen van regte te noodzaken.

Uitterlinden had niet zoveel geld en vroeg toestemming om voor twee jaar ineens te mogen betalen en de andere drie jaren in termijnen. Dat werd geaccepteerd.

In 1856 kwam er een wet op het begraven. Vanaf het jaar 1857 was het verboden nog doden te begraven rondom de kerk. De gemeente moest daarom een plaats voor een nieuwe begraafplaats aanwijzen.

Omdat de gemeente niet veel eigen grond had, en de pachter van de dorpsboomgaard toch vaak nalatig was, werd besloten vanaf 1857 van de dorpsboomgaard een gemeentelijke begraafplaats te maken.

Volgens de brieven die de burgemeester schreef, bleek dat dit terrein, of wellicht een gedeelte ervan, moest worden aangekocht van Cornelis Moret. Hoe dat nu rijmt met het vorige is onduidelijk.

136 ‘s Gravendeel, 27 febr 1856
Aan de commissaris des Konings
Ingesloten hebben wij de eer UEdelgrootachtbare ter goedkeuring te doen toekomen een raadsbesluit dezerzijds genomen om van Cornelis Tz Moret aan te kopen:
een stuk grond ter grootte van 24 roe, 30 ellen ten einde het­zelve tot begraafplaats te kunnen inrichten, waaraan eene dringende behoefte bestaat.
Aangenaam zoude het ons zijn indien UEGA mogt kunnen besluiten dat raadsbesluit enigzints spoedig met uwe goedkeuring te be­krachtigen en het in het belang der zaak wenschelijk is dat de beslissing niet wordt vertraagd.

De aankoop van de grond stelde het bestuur voor financiële problemen, ten minste, de burgemeester schreef op 5 juli 1856 aan de commissaris van de koning dat een rekening van f 171,53 die betaald moest worden wegens verpleging van bedelaars in Ommeloord, niet kon worden voldaan vanwege de grote financiële verplichting die de gemeente aan was gegaan door de aankoop van het stuk grond dat tot begraafplaats diende.
Uitstel van betaling van dat geld werd verzocht tot augustus.

De gemeenteraad dacht na over het aanbrengen van een toegangshek. Na enige informatie bleek dat de gemeente dat bedrag dat daarvoor nodig was, niet kon opbrengen. Een van de raadsleden had echter een advertentie gelezen in de Haarlemsche Courant, waarin een ijzeren hek werd aangeboden. Zou dit hek geschikt zijn voor de begraafplaats? Burgemeester Heereman schreef aan de heren J.F. Volgraff & V in ‘s-Gravenhage de volgende brief:

123 Sgravendeel, 9 febr 1857
Mijne Heeren!
In de Haarlemsche Courant van den 3 dezer werd door UEd ter verkoop aangeboden een ijzer hek, hetwelk wij indien de hoogte van hetzelve voldoende is, wel zouden kunnen gebruiken. Dan alvorens daaromtrent eene beslissing te kunnen nemen, zouden wij van UEd gaarne eenige inlichtingen verlangen, te weten omtrent de hoogte, of het boven regt is of boogwijze, of hetzelve aan hardsteenspalen moet hangen en of die palen er bij zijn, enfin alle zodanige opgaven welke UEd kunt denken dat dienstig kunnen zijn, om ons te doen beoordeelen of hetzelve geschikt is voor de ingang tot de begraafplaats. Indien UEd ons eene kleine met potlood geschrapte schets van hetzelve zoudt willen overzenden, zoudt gij ons genoegen doen, ook zouden wij gaarne de naaste prijs weten.
Met eene spoedige rescriptie zult UEd ons verpligten.

Volgens informatie uit juli 1869 bevond de begraafplaats zich 35 meter van de bebouwde kom. In die jaren werden er gemiddeld 81 doden per jaar begraven. Per lijk werd 2,3 meter grafruimte gerekend, zoals de wet voorschreef. Daarom zou er genoeg ruimte zijn tot 1880.

In 1873 kreeg de architect H. in ‘t Veld opdracht een bestek en tekening te maken voor een lijkenhuisje op de begraafplaats. Dat was nodig, omdat de commissaris van de koning het dringend gewenst achtte dat overledenen aan besmettelijke ziekten geïsoleerd zouden worden van de bevolking.

Begraafplaats Kerkstraat 's-GravendeelDe commissaris had dringend verzocht dat huisje niet op, maar in de dichte nabijheid van de begraafplaats neer te laten zetten, maar bij gebrek aan ruimte en geld, moest het huisje óp de begraafplaats zelf gebouwd worden.

Het gebouwtje werd openbaar aanbesteed en gegund aan de laagste inschrijver L. Nolen voor f 433,-. In maart 1874 werd begonnen met de bouw.

De gemeente hoopte dat dit gebouwtje meteen dienst kon doen als ziekenbarak voor besmettelijke ziekten, maar dat kon niet. In 1875 werd alsnog een “openbare inrigting of locaal tot verpleging van lijders aan besmettelijke ziekte, voorzien met al de middelen die tot eene zoodanige inrigting behoren” ingericht. In 1883 was dat gebouwtje nog maar één keer door een ingezetene gebruikt.

In het gemeentearchief is sprake van de verplichting om aan tyfus gestorven mensen naar het lijkenhuis te brengen. Voor de dertienjarige Teunis Moret werd op 9 september 1878 een uitzondering gemaakt. Hij overleed op zondag en werd de dag daarop al begraven en mocht in zijn ouderlijk huis blijven tot de begrafenis, waarschijnlijk omdat zijn huis niet in de bebouwde kom lag.

In 1880 werd ook een uitzondering gemaakt voor Schilleman de Vos, oud zes jaar, wonende aan de Strijensedijk wijk C nr 136, dus ook buiten het dorp.

Verschillende keren moest de begraafplaats uitgebreid worden. In 1880 en daarna in 1904.
Tot dat doel moesten er geldleningen worden aangegaan.

De gemeente wilde een hoekje van de uitbreiding bestemmen voor het begraven van de joodse overledenen uit ‘s-Gravendeel. Dan waren ze meteen af van het steeds betalen voor begrafenissen op de joodse begraafplaats in Oud-Beijerland en bovendien hoefden ze geen geld beschikbaar te stellen voor de aankoop van een terrein in Strijen waar een joodse begraafplaats was gepland. De joodse ‘kille’ van ‘s-Gravendeel had namelijk gevraagd om een bijdrage uit de gemeentekas om de schuld die daarvoor was aangegaan te bestrijden.

De ‘s-Gravendeelse gemeente weigerde in 1904 die bijdrage, want, vond zij, de joden kregen immers een eigen hoekje van het toekomstige plaatselijke begrafenisterrein.

Er kwamen natuurlijk bezwaren tegen de uitbreiding. Buurman Reedijk zag zijn bedrijf bedreigd en tevens de gezondheid van zijn gezin. Maar de gemeente zag de problemen niet, getuige de brief van burgemeester Roodenburg Vermaat aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland:

“Van het benadeelen der gezondheid van de adressant (Reedijk) en zijn gezin cs kan naar onze bescheiden mening geen sprake zijn. Het perceel in questie ligt landwaarts in, dus meer verwijderd van de bebouwde kom der gemeente, derhalve ook verder van de woning van adressant af, zooals ook terecht in het advies van de gezondheidscommissie van Oud-Beijerland ca wordt opgemerkt.

Adressant heeft reeds jaren achtereen naast de begraafplaats gewoond en noch van hem noch van zijn buren zijn ooit klachten inkomen over het schaden van de gezondheid.

De in de nabijheid van de begraafplaats wonende menschen kunnen niet één geval opnoemen, waarin in verband met ziekte die nabijheid als oorzaak kan worden beschouwd.

Dat er de aan de andere zijde van de begraafplaats nog terrein ligt, is juist, doch ook dat terrein ligt in de kom der gemeente.
Had uw adressant, wetende dat uitbreiding op de wijze als nu wordt voorgesteld, aan de orde komen zou, zich gewend tot ons college, dan zou hij hebben vernomen, dat grafwering in deze, met het oog op de hygiëne, wellicht niet werken zou. Vermoedelijk zou hij dan geen oppositie hebben gevoerd.

Het bedoeld perceel aan te kopen is beslist in het voordeel der gemeente, aangezien kan worden volstaan met een oppervlakte van plusminus 800 m en dit bovendien onmiddellijk aansluit aan de 3e klasse der begraafplaats, welke klasse juist uitbreiding behoeft.

Het is dan ook om bovenstaande redenen dat de raad heeft besloten, behoudens goedkeuring van uw college, bedoeld perceeltje(F nr 874) van de heer J. Lagestee aan te kopen als zijnde dit zeer in het belang der gemeente.”

Het perceel is aangekocht en de begraafplaats uitgebreid.

Een hoekje voor de joden kwam er niet, omdat de joden bij hun standpunt bleven dat ze liever samen met de kille van Strijen een begraafplaats op de Oud Bonaventurasedijk hadden.

Joodse begraafplaats StrijenNiet alleen overledenen aan besmettelijke ziekten werden naar het lijkenhuisje gebracht, ook verdronkenen:

‘s-Gravendeel, 10 Mei 1910
Zaterdagmorgen ongeveer 5 uur, werd door Joost van Valen, polderbode van Wieldrecht nabij het ‘s-Gravendeelsche veer aan Wieldrechtsch zijde, den zoogenaamde Wieldrechtsche Zeedijk het half in het water liggende, in verre staat van ontbinding verkeerende lijk gevonden van een manspersoon. nadat de burgemeester van Dubbeldam, onder wiens ressort dit gebied ligt, met het geval in kennis gesteld was, werd het lijk onder toezicht van den veldwachter naar de algemeene begraafplaats overgebracht. Bij nader onderzoek moest zijn gebleken dat het vermoedelijk het lijk was van de sedert februari vermiste 23-jarige Dirk Everwennick, Voorstraat 54, Dordrecht.

Tot 1928 is er bij de begrafenissen op de begraafplaats steeds gecollecteerd. De opbrengst werd een maal per jaar verdeeld onder de drie kerkelijke gemeenten: Hervormde, Gereformeerde en Christelijke Gereformeerde gemeenten, die dit geld besteedden aan de armen van hun gemeenten. In 1928 is dat afgeschaft.

Doodgraver L. van der Wulp wordt een gratificatie van f 200,- toegekend voor het onderhouden van de gedenkteekenen op de algemeene begraafplaats. Per 1 Januari 1929 wordt zijn wedde met f 200,- verhoogd voor dezelfde zaak.

In december 1940 werd een comité opgericht door enige notabelen van ‘s-Gravendeel namelijk de heren C.E.A.J. Gerrits, G. Sissingh, A. de Haas, C. van Putten en W.H. Verhoeff met het doel te komen tot plaatsing van een grafmonument voor vier omgekomen ‘s-Gravendeelse mannen bij het bombardement van de suikerfabriek op 25 oktober 1940. Tevens zou het monument dienen voor de omgekomen militairen uit de meidagen van 1940, die al begraven waren.

Begraafplaats Kerkstraat 's-Gravendeel (2)Op donderdagmiddag 13 maart 1941 vond de onthulling van dit oorlogsmonument plaats. De voorzitter van het comité, dokter A. de Haas, droeg het monument over aan de gemeente.

Op 11 mei 1945 werd ook Jaap van Breda, die net na de bevrijding nog door de Duitsers was doodgeschoten, bijgezet.

In het jaar 1946 werd er in ons land een stichting in het leven geroepen om de graven van de Nederlandse oorlogsslachtoffers in te richten en te onderhouden, de OGS (Oorlogsgravenstichting). De OGS oefent toezicht uit op de graven, ook die van ‘s-Gravendeel. De stichting wordt bijgestaan door consuls, die de toestand van de graven controleren. Van 1983 tot 2006 was de heer Henk van der Linden, die werkzaam was bij de gemeente ‘s-Gravendeel, tot consul aangesteld om de graven te bewaken en over de onderhoudstoestand regelmatig te rapporteren. Hij kreeg daarvoor op 12 september 2007 het Gouden Ereteken.
Met ingang van 1 januari 2007 is de heer A. van Sluijs, medewerker civiel en cultuurtechniek bij de gemeente Binnenmaas, benoemd tot consul van de OGS.

In 1946 moest de begraafplaats weer worden vergroot. Er werden plannen gemaakt om grond aan te kopen voor de uitbreiding, maar ook voor de bouw van een aula op die locatie. Dat is niet gelukt. Daarom is de gemeente op zoek gegaan naar een andere plaats. Al spoedig kwam men uit op de Smidsweg, waar het nieuwe gemeente-uitbreidingsplan was gepland.

Op 1 juli 1950 werd de nieuwe begraafplaats aan de Maasdamseweg in gebruik genomen. Alleen overledenen met een familiegraf werden voortaan nog in de Kerkstraat begraven. Een uitzondering werd gemaakt voor de slachtoffers van de watersnood. Voor hen werd ruimte gemaakt.

Bron: Historische Vereniging ‘s-Gravendeel



Polders

$
0
0

De Hoeksche Waard bestaat uit ongeveer zestig polders. Er is een vijftal ringpolders; de Sint Anthoniepolder (1357), de Munnikenpolder (1411), de Heinenoordse polder (1437), de polder Oud Korendijk (1439), en de polder Oud-Piershil (1524). Alle andere polders zijn op deze oude polders aangehaakt.

De Eendrachtspolder uit 1653 was de laatste grote polder die werd bedijkt. In de eeuwen daarna werden alleen nog smalle stroken land bedijkt, voornamelijk langs het Haringvliet en het Hollands Diep. Bijna alle dijken zijn nog aanwezig in het landschap van de Hoeksche Waard.

Polders

Een lijst met het jaartal van inpoldering:

  1. Sint Anthony Polder  1358
  2. Oudeland van Strijen  1437
  3. Oud-Heinenoordsche Polder  1437
  4. Oud-Korendijksche Polder  1439
  5. Polder Het Munnikenland  1439
  6. Polder Mijnsheerenland van Moerkerken  1439
  7. Polder het Oudeland van Maasdam Puttershoek  1439
  8. Korendijksche Polder  1456
  9. Polder Oud Boneventura  1471
  10. De Laagjes  1488
  11. West-Zomerlandsche Polder  1488
  12. Oud-Piershilsche Polder  1525
  13. Westmaas Nieuwlandsche Polder  1539
  14. Oud-Beijerlandsche Polder  1557
  15. Oost-Zomerlandsche Polder  1578
  16. Polder van Nieuw Piershil en Nieuw Beijerland  1582
  17. Polder Nieuw Boneventura  1593
  18. Oude Klem Polder  1599
  19. Nieuwe Klem Polder  1599
  20. Polder Het Land van Essche  1599
  21. Nieuw Cromstrijensche Polder  1602
  22. Mookhoekpolder  1602
  23. Trekdamsche Polder  1605
  24. Klein Piershilsche Polder  1606
  25. Molenpolder  1612
  26. Noordpolder  1612
  27. Klein-Cromstrijensche Polder  1615
  28. Klein Zuid-Beijerlandsche Polder  1615
  29. Mijlpolder  1617
  30. Nieuwlandsche Polder  1617
  31. Bossche Polder  1624
  32. Groot Cromstrijensche Polder  1625
  33. Kooilandsche Polder  1625
  34. Groot Zuid-Beijerland  1631
  35. Oostpolder  1633
  36. Numanspolder  1642
  37. Strijensche Polder  1647
  38. Eendrachts Polder  1653
  39. Piershilsche Noord Polder  1663
  40. Molenpolder  1663
  41. Kilpolder  1667
  42. Polder Beveroord  1670
  43. Torenstee Polder  1687
  44. Meeuwenoordse Polder  1692
  45. Nieuw Westersche Zomerpolder  1696
  46. Leenheren Polder  1698
  47. Polder Oud Beversoord  1747
  48. Oude Gorzen Polder  1747
  49. Oude Polder  1750
  50. Hooge Westersche Polder  1751
  51. Polder Raespshille 1776
  52. Schuringsche Polder  1793
  53. Hogezandse Polder  1793
  54. Mariapolder  1795
  55. Mariapolder  1804
  56. Brienenswaard  1804
  57. Beneden Polder  1804
  58. Midden Polder 1804
  59. Albertpolder  1940
  60. Pieters- en Leendertspolder  1954

Klaterpeppels

$
0
0
Op het natuurrijke terrein “De Klaterpeppels” aan de Oudendijk 13 in Strijen van de Familie Bouman is het atelier van Hetty gelegen. De keramisten Hetty Bouman, Ria Kleijer en Sylvia Speelman en de beeldend kunstenaar Rien Olijslagers hebben hier hun vaste werkplek.

“De Klaterpeppels” is een prachtig natuurrijk terrein van Hetty en Leen Bouman, met tuinen, boomgaard, waterpartijen, griendje, bosjes en schapenweiden. Midden op dit terrein is het atelier gevestigd, waarvan nu naast Hetty zelf ook drie andere kunstenaars gebruik maken. In deze groene omgeving presenteren deze vier kunstenaars hun werk, zijn er demonstraties, is er koffie en thee met koek en frisdrank voor de kinderen en u kunt de ateliers bekijken.
Naast de presentatie van de bij het atelier aangesloten kunstenaars zijn ook mensen van Pictura uit Dordrecht aanwezig die op diverse locaties op het terrein hun teken- en schildervaardigheden tonen.

Voor kinderen zijn er ook diverse activiteiten zoals (poppen) kleien, je eigen pannenkoek bakken en een mini speurtocht over het raadselachtige paadje achter het centrum.

De Klaterpeppels Strijen
Kunstatelier de Klaterpeppels staat voor Kunst – Klei en Keramiek.
Hetty Bouman, Ria Kleijer en Sylvia Speelman zijn keramist. Zij zijn na hun opleiding SBB (Beroepsopleiding ambachtelijke keramische technieken) professioneel te werk gegaan en hebben een eigen stijl en identiteit ontwikkeld. Enkele keren per jaar doen zij o.a. raku stoken, een zeer aparte baktechniek.

De vierde kunstenaar is Rien Olijslagers, Hij werkt hoofdzakelijk met gevonden materialen, zoals drijf-, sloop- en pallethout. Hier maakt hij wandobjecten van, maar ook woonaccessoires. Naast zijn werk als vrij kunstenaar is hij ook de man achter trekkerkunst.nl waar natuurlijk ook werk van te zien is.


HSL cabinerit

$
0
0

In 1957 reed voor het laatst de stoomtrein (RTM). De Hoeksche Waard bezit in het noordoostelijke deel enige kilometers spoor met het tracé van de Hoge Snelheids Lijn (HSL) tussen de Oude Maas en de Dordtse Kil.

HSL trace

Helemaal niet op topsnelheid rijdt de trein ruim 2 minuut 30 seconden over het eiland en passeert 4 bouwwerken (1 t/m 4).

De spoorbaan omschreven van noord naar zuid:

  • noordelijk bovengronds komend aan de rand van het Groot-Koninkrijk;
  • passage onder het viaduct(1) door van de Molendijk tussen Puttershoek en ‘s-Gravendeel;
  • passage over het viaduct N217 (2) tussen de rotonde ‘s-Gravendeel Maasdamseweg en de rotonde Maasdam Trambaan;
  • passage onder viaduct Mookhoek (3) tussen de Schaweg en de Langedam;
  • passage onder viaduct Boomdijk (4) tussen De Wacht en Meeuwenoordseweg;
  • oostelijk ondergrond gaand Dordtse Kil.

Hieronder de cabineritten door de Hoeksche Waard vanuit Rotterdam richting Breda en omgekeerd.


Bunker

$
0
0

In de Hoeksche Waard zijn nog genoeg overblijfselen te vinden van de Tweede Wereldoorlog. Bunkers, kazematten en zelf een raatbouwtoren van het Korps Luchtwacht Dienst in de Mariapolder.

Toch is er één zeer onopvallende. Nabij de kruising Langeweg – 2de Kruisweg in Oud-Beijerland staat naast het kassencomplex de hieronder afgebeelde villa. Gebouwd bovenop een voormalige bunker, met wellicht als achterliggende gedachte dat men dan sowieso kon beschikken over een goede fundering.

Oud-Beijerland Langeweg-2de KruiswegIk was er al vaak genoeg langsgereden zonder er een idee van te hebben. Wisten jullie dit al?


Manor MP Motorsport

$
0
0

Het Nederlandse MP Motorsport en Engelse Manor Motorsport hebben na een jarenlange samenwerking hun krachten gebundeld. Sinds 2012 gaan zij samen verder als Manor MP Motorsport. Vanuit een gloednieuwe werkplaats in het Zuid-Hollandse Westmaas runt het team haar succesvolle Formule Renault 2.0 en AUTO GP-activiteiten.

Dankzij de link met het Marussia Formule 1-team van Manor Grand Prix-baas John Booth, zijn de auto’s van Manor MP Motorsport geheel in de F1-livery uitgevoerd en runt het team een juniorprogramma.

Manormpmotorsport

Sinds de oprichting van MP Motorsport in 1996 was het team erg georiënteerd op de Nederlandse racerij en scoorde daarin grote successen.  In 2003 verschoof MP Motorsport haar aandacht naar buiten de landsgrenzen.

Meer over Manor MP Motorsport lezen >>

Manor MP Motorsport
Stougjesdijk 20
3273 LN Westmaas


Logement van Van Rij

$
0
0

Informatie over een logement naast theetuin Rustburg (voormalig terrein van jeu-de-boulevereniging De Beijerse Worp) in de jaren ’30.

OB Zinkweg Theetuin RustburgHier is het verhaal van de logementhouder Van Rij.

Op de Zinkweg, naast de zogenoemde theetuin van Rustburg, was ongeveer vanaf 1902 tot 1952 een logement gevestigd. Het logement werd gedaan door de vrouw van Hendrik van Rij (geboren 1888, overleden 06-08-1936). Hendrik z’n vrouw was Hendrina Boender, een dochter van Job Boender en Nelia Prins.

Het logement had o.a. één grote kamer waarin vijfentwintig ijzeren ledikanten
stonden. Onder in de kelder waren dan nog drie slaapkamertjes waar een gezin (man+ vrouw) konden slapen. In de grote slaapzaal, want dat was het eigenlijk, stonden ijzeren bedden, want die kon men goed afsoppen. Dit afsoppen gebeurde met lysol, wat erg goed ontsmette.

Dit was nodig om het ongedierte, zoals luizen en vlooien tegen te gaan. De mensen die daar sliepen waren n.l. meestal rondtrekkende venters, die af en toe ergens sliepen, maar zelden tot nooit in bad gingen. Een kattewas was meestal alles. Men noemde deze venters ook wel mikmakkers. Wanneer men slechts één nacht daar had geslapen, werd het beddengoed gewassen.

Hendrina was dan ook heel vroeg, vanaf vijf uur ‘s morgens, bezig met het wassen en drogen van lakens. De was werd gekookt in een ketel die op een petroleumstel stond. Vooral ‘s winters was het erg benauwd in huis, want er werd veel gestookt om de was binnen droog te krijgen. Vooral met de dekens gaf dit veel moeite om deze op tijd weer droog te hebben. Men had zomer en winterdekens. Deze werden ook zeer regelmatig gewassen. Dit alles werd op grote latten neergehangen om te drogen. Het was er bovendien benauwd, omdat er veel gerookt werd.

In de grote zaal langs de wand was een soort open kast met allemaal vakjes erin, waar men zijn spullen dan in neer kon leggen of zetten. Het slapen in het logement kostte , voor zover zoon Lourens van Rij (geboren 17-01-1921) zich dat kan herinneren, 40 cent per nacht. Je moest dan ‘s avonds voor acht uur binnen zijn. Hoe laat je ‘s morgens vertrok was niet belangrijk.

Wanneer het geregend had, zat iedereen om de kachel heen om zijn kleren te drogen. Sommige mensen hadden een zogeheten oliepak aan, dat was een pak wat in de lijnolie was gedoopt om het waterdicht te maken.

‘s Avonds maakte de venters van varkenshaar zogenaamde tuitenborstels om de lampenglaasjes mee schoon te maken. Sommigen maakten tekeningen.
Als ze naar het toilet moesten, dan moesten ze naar buiten, naar het ‘huisje’.
Het gezin van Hendrik en Hendrina had zelf een toilet binnen. In de grote zaal stond altijd een emmer met water klaar, voor het geval er brand uitbrak.

In het weekend kon men in het logement ook eten voor het bedrag van zestig cent. Je kreeg dan wat aardappelen en groente en een karbonade. Soms ook pap toe. Voor tien cent kon je een kannetje thee bestellen en voor vijf cent een kop koffie. Voor zeven cent kon je een borreltje kopen en de was werd gedaan voor vijf cent per kledingstuk. Een arbeider verdiende in de jaren ‘30 ongeveer tien gulden per week.

Vader Hendrik verdiende zelf de kost door varkens te houden. Moeder Hendrina had al jarenlang een open been voor ze stierf. Zoon Lourens is met Cornelia Pegels getrouwd op 16-11-1951 te Klaaswaal. Cornelia Pegels is 14-01-1931 te Klaaswaal geboren. Lourens’ zus Zegertje trouwde met Adrianus Pegels, een oom van zijn vrouw. Zijn zus Hendrina trouwde met Joost Meinster en zijn zus Hendrika trouwde met Dirk Sterkman.

Carla de Jong


“daar heeft mijn lijf zijn thuis”

$
0
0

De aantrekkingskracht van het statige huis en het eeuwenoude
park is in de loop der tijden alleen maar sterker geworden.
Kunstenaar Maatje van Eck laat zich inspireren door deze
19de eeuwse teksten.

Plaats van handeling; Hof van Moerkerken Mijnsheerenland



Zomermiddagconcert leerlingen orkest De Bazuin

$
0
0

Op zaterdagmiddag 22 juni 2013 zal het leerlingenorkest van de muziekvereniging De Bazuin uit Oud-Beijerland een zomermiddagconcert in het centrum van Oud-Beijerland verzorgen.

De BazuinHet leerlingenorkest zal onder leiding van dirigente Lisette Harms laten horen waarom dit orkest al jaren zeer succesvol is. Het programma zal bestaan uit een breed scala van muzikale stijlen van filmmuziek, licht klassiek  tot en met popmuziek.

Het concert zal om 14.00 uur beginnen. Het concert zal plaatsvinden aan de kop van de Vliet  (terras Marktplein) in Oud-Beijerland.

Concert De Bazuin


Weiderund.nl

$
0
0

WeiderundOp ‘t Marienhof (Smidsweg 18) in Westmaas grazen de 150 koeien van Marcel en Esther Quartel het grootste gedeelte van het jaar buiten Dit doen ze op het weideland rondom de boerderij. De koeien – van een uitmuntend ras – hebben een goed en liefdevol leven. En dat proef je aan het smaakvolle vlees.

Marcel en Esther leveren twee soorten vleespakketten afkomstig van hun eigen runderen. Er is een standaardpakket en een snelklaarpakket.

Lees meer over het bedrijf, bekijk recepten, bestel het vlees op www.weiderund.nl


Bunkers

$
0
0

Er zijn 21 piramide-bunkers (kazematten) gevonden. Één van de
kazematten in de Mariapolder is in de jaren ‟50 uitgebouwd met een raatbouwtoren. Deze torens werden gebouwd in de tijd van de Koude Oorlog.

De overige kazematten (20) zijn in oorspronkelijke staat en liggen langs het Haringvliet, Spui en Kil. De kazematten liggen veelal op dijken, waarvan het waterschap Hollandse Delta  eigenaar is.

Een enkele ligt middenin de Hoeksche Waard: Langeweg Oud-Beijerland en men heeft hier een woning op gebouwd waardoor deze nauwelijks herkenbaar is.

Op de overzichtskaart zijn de bunkers aangeven, door middel van een rood symbool.

Kaart kazematten

De kazematten hebben een redelijke cultuurhistorische waarde, maken onderdeel uit van „Vesting Holland‟ en herbergen een lange historie. De linie is duidelijk zichtbaar en de bunkers zijn veelal in goede staat.


Joodse begraafplaatsen

$
0
0

In de Hoeksche Waard zijn twee joodse begraafplaatsen te vinden, één in Strijen en één in Oud-Beijerland. Joden kennen de eeuwige grafrust. Joodse graven mogen daarom nooit worden geruimd behalve voor herbegraving in Israel of als de overheid dat eist. Op een Asjkenazische (Asjkenazim zijn Duits/Oost-Europese Joden) begraafplaats vindt men voornamelijk staande grafstenen. Deze hebben of alleen een Hebreeuwse tekst of zowel Hebreeuws als de landstaal.

Joodse begraafplaats Pr. Irenestraat Oud-Beijerland

Joodse begraafplaats Pr. Irenestraat Oud-Beijerland

Sefardische (Spaanse Joden) joden hebben een voorkeur voor liggende stenen. De grafteksten waren vroeger vaak in het Portugees, nu is Hebreeuws of de landstaal gebruikelijker.

Joodse begraafplaats Strijen

Oud-Bonaventurasedijk Strijen

Het is typerend voor een Joodse begraafplaats dat deze vaak, in ieder geval van oorsprong, niet in de bebouwde kom ligt. Hoewel een begraafplaats gewijd is, is volgens de joodse religieuze wetten een lijk onrein. Binnen de grenzen van een dorp of stad is geen plaats voor iets dat onrein is.

Alle begraafplaatsen >>


Holo

$
0
0

Het grootste deel van de Strijensedijk Mookhoek bevat lintbebouwing.
Doordat de dijken in de loop der eeuwen opgehoogd zijn, ontstaan holo’s . De met beton versterkte holo’s dienen om het huis vrij van de dijk te houden en de bewoners een ruimte te geven waar ze bij de voordeur kunnen komen.

20130627 Holo 1

Ook in de Goidschalxoordsedijk in Goidschalxoord zitten bij veel woningen holo’s. Deze holo’s ontstaan tussen gebouwen en de dijk, wanneer de dijk
opgehoogd en/of verbreed wordt. Er ontstaat hierdoor tussenruimte die met betonnen dijkkades ondersteund worden. De holo’s kunnen enkele meters diep worden.

20130627 Holo 2


Viewing all 405 articles
Browse latest View live